Een geriatrische patiënt krijgt vaak met een veelvoud aan stoornissen te maken zowel op lichamelijk als op psychisch en sociaal gebied. Door veroudering neemt de fysiologische reservecapaciteit af, wat de geriatrische patiënt kwetsbaar maakt. Er dreigt snel verlies van zelfredzaamheid. Andere kenmerken van de geriatrische patiënt die in dit hoofdstuk worden besproken, zijn een andere presentatie van ziekten, multipathologie en een gewijzigde farmacokinetiek en -dynamiek.
Om de problematiek van de geriatrische patiënt goed te kunnen behandelen wordt naast de klassiek-medische benadering ook de functionele benadering belicht. Niet alleen de medische diagnosen maar ook de invloed van de ziekte of stoornis op de zelfredzaamheid bepalen het beleid.
Het Volledig Geriatrisch Onderzoek (VGO) bestaat uit een complete evaluatie van de lichamelijke en psychische functies, de functionele status en de sociale omstandigheden, inclusief de aanwezigheid en draagkracht van de belangrijkste naaste. De anamnese van een geriatrische patiënt kent bijzondere aandachtspunten en een uitgebreide heteroanamnese mag zeker niet ontbreken. Het lichamelijk onderzoek van een oudere persoon vergt bijzondere kennis van wat normaal is op een bepaalde leeftijd. Bij de functionele beoordeling wordt gebruikgemaakt van beoordelingsschalen van de ADL (activiteiten van het dagelijks leven), de I(instrumentele) ADL en de mobiliteit. Ook het onderzoek van de zintuigen en de communicatieve vermogens hoort hierbij. Ten slotte is het beoordelen van de psychische functies belangrijk, inclusief het (vroeg) herkennen van de meest voorkomende aandoeningen als dementie, depressie, delier en angststoornissen. Het in kaart brengen van de sociale omstandigheden is van belang voor het adviseren over eventuele hulp.
Laboratoriumonderzoek bij de oudere patiënt wordt bemoeilijkt door het ontbreken van de juiste referentiewaarden. Laboratoriumuitslagen van ouderen moeten vaak anders geïnterpreteerd worden dan die van jongeren. Röntgenonderzoek of endoscopisch onderzoek moet, nog meer dan bij jongeren, worden aangepast aan de belastbaarheid van de patiënt.
Vanwege de complexiteit van de geriatrische problematiek wordt de geriatrische patiënt behandeld door een multidisciplinair team. Er wordt nauw samengewerkt met andere specialisten zoals neuroloog, (geronto)psychiater en internist. Vaak worden ook de fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, diëtist etc. bij de behandeling betrokken.
Het doel van de behandeling is primair het handhaven van een optimale kwaliteit van leven. Voorop staat het herstellen van de zelfredzaamheid, het verminderen van de klachten en niet alleen maar het verlengen van het leven.
Farmacotherapie, heelkunde bij de oudere patiënt inclusief de risicofactoren bij operatie passeren de revue. Ten slotte wordt de palliatieve zorg in de terminale fase behandeld.