Het gedrag van mens en dier is, buiten de slaap, vrijwel voortdurend gericht op wat zich in de buitenwereld afspeelt. Aangezien veranderingen in onze omgeving zich dikwijls bijzonder snel voordoen, moet hierop ook snel kunnen worden gereageerd. Dit vereist enerzijds het vermogen de veranderingen in de buitenwereld onmiddellijk te kunnen waarnemen, anderzijds om deze indrukken ook onmiddellijk te kunnen verwerken en om te zetten in een aangepaste gedragsverandering. Nagenoeg alle gedrag van mens en dier uit zich door middel van de motoriek. Sensoriek en motoriek zijn derhalve voortdurend aan elkaar gekoppeld. Dit wordt samengevat met het begrip sensomotorische integratie. De wijze waarop dit gebeurt wordt in de volgende hoofdstukken uiteengezet.