De forensische zorg is volop in beweging en beweegt zich in het spanningsveld van straffen en behandelen zowel in de richting van zwaarder straffen als meer behandelen. Daarnaast bevindt de forensische zorg zich in een heroriëntatie op de terreinen van diagnostiek, behandeling onder drang, reclassering en organisatie van de forensische (verslavings)zorg. Forensische diagnostiek zou vaker moeten worden verricht en zich meer moeten richten op belemmerende en bevorderende factoren voor behandeling en op verslavingsproblematiek. Ook is een kwaliteitsslag te maken in de risicotaxatie-instrumenten door verfijningen en inclusie van beschermende factoren, slachtofferkenmerken en neuropsychobiologische maten. Forensische behandelingen dienen aan te sluiten op het vermogen van de justitiabelen om sturing aan hun leven te geven en congruent te zijn met de wensen van de justitiabele. Het is mogelijk een psychosociale en farmacologische behandeling vorm te geven waarbij de kans op recidive wordt geminimaliseerd en de inrichting van de leefomgeving van de justitiabele centraal staat. De reclassering moet enerzijds meer professionele ruimte krijgen en minder regeldruk en anderzijds zich alleen richten op de reclasseringstaken. Bij de adviestaak moet de forensische psychiatrie, waaronder de forensische verslavingszorg, meer worden ingeschakeld; gedragsinterventies horen thuis bij de forensische zorg.