Dit hoofdstuk geeft handvatten voor de eerste en meest essentiële stap van blijvende gedragsverandering en zelfmanagement: de stap Openstaan. Openstaan is op elk moment in een contact van belang, niet alleen bij het begin. Openstaan verwijst naar de bereidheid om van gedachten te wisselen over de gezondheid en naar oplossingen te zoeken. Behoeften van de patiënt, emoties, stress, een drukke omgeving en de manier waarop de verpleegkundige de samenwerking vormgeeft kunnen het openstaan namelijk beïnvloeden. De verpleegkundige observeert voortdurend signalen van aandacht of afhaken. Daarbij is persoonlijke aandacht van groot belang. De verpleegkundige gaat na welke vragen en behoeften de patiënt heeft. Ze biedt ruimte voor emoties van de patiënt. Samen stellen ze de agenda op voor het gesprek. Tijdens het contact kan de verpleegkundige andere mensen inschakelen om de communicatie te ondersteunen, zoals een zorgconsulent of tolk. Een open gesprek en een goede samenwerkingsrelatie helpen bij deze stap.