In 1980 werd pathologisch gokken in het
Diagnostisch en Statistisch handboek ’ IV opgenomen en geclassificeerd als een ‘stoornis in de impulsbeheersing, niet elders geclassificeerd’ (
American Psychiatric Association, 1994). Bij pathologisch gokken gaat het om ‘aanhoudend en recidiverend onaangepast gokgedrag’, zoals blijkt uit ten minste vijf van tien diagnostische criteria. Voorbeelden van criteria zijn: gepreoccupeerd zijn door gokken; steeds meer geld nodig hebben om te gokken en de gewenste opwinding te bereiken; rusteloos of prikkelbaar zijn wanneer niet gegokt kan worden; weinig succesvolle pogingen doen om het gokken te verminderen of te stoppen; vanwege gokken relaties of werk dreigen kwijt te raken. Naast deze criteria moet het gokgedrag niet beter te verklaren zijn door een manische periode. …