De snelle ontwikkeling en toepassing van technologie in de gezondheidszorg hebben mede geleid tot een nieuwe oriëntatie in de medische ethiek, zoals eerder beschreven in H. 2. Medische technologie geeft voortdurend aanleiding tot ethische vraagstukken, vooral in relatie tot doelen van zorg en keuzen in de zorg (zie H. 5 en 6). Deze wisselwerking tussen ethiek en technologie roept de vraag op of en hoe technologische ontwikkelingen moreel beoordeeld worden. Loopt ethiek niet altijd achter de technologische vooruitgang aan? In dit hoofdstuk staat de evaluatie van medische technologie centraal. Daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar voortplantingsgeneeskunde, abortus provocatus en transplantatiegeneeskunde.