Diagnosestelling op basis van cone beam computertomografie (CBCT) bij endodontisch behandelende gebitselementen wordt vaak bemoeilijkt door de aanwezigheid van artefacten in het axiale vlak, veroorzaakt door wortelkanaalvulmaterialen en prothetische stiften. De aard en de ernst van deze artefacten verschillen van materiaal tot materiaal. In dit onderzoek werden de artefacten van zes verschillende vulmaterialen bestudeerd in CBCT-beelden, gemaakt onder verschillende bestralingscondities. Hiervoor werd gebruikgemaakt van een polymethylmethacrylaat (PMMA-)model waarin zeven identieke openingen waren gefreesd (B 2 × H 2 × L 20 mm). De eerste opening werd niet gevuld en de andere zes werden gevuld met Dentsply® guttapercha β-fase (Guttaperchapunten), Dentsply® guttapercha α-fase (Calamus Flow), Dentsply AH Plus Jet® sealer, Ivoclar Apexit Plus® sealer, Dentsply ProRoot MTA® en Septodont Biodentine®. Het PMMA-model werd in de Planmeca® Promax 3D Max CBCT gescand onder zestien verschillende combinaties van bestralingsparameters (4 kilovoltage gecombineerd met 4 milliampères) bij een resolutie van 200 micron. Vervolgens werden voor alle bestralingsvarianten de verticale en horizontale dimensies tienmaal gemeten van alle zeven openingen. Dit resulteerde in een totaal van 2240 metingen. De bestralingsparameters die de fabrikant adviseert (96 kV en 12 mA) bleken te resulteren in de meest accurate metingen en van de zes materialen gaf Biodentine® het minste en AH Plus Jet® de meeste artefacten. Er kan geconcludeerd worden dat het geen zin heeft om de geadviseerde bestralingsparameters te verlagen op een Planmeca Promax 3D Max®, omdat dit de kwaliteit van het beeld beïnvloedt.