Huisartsen werken in toenemende mate onderling samen, al dan niet binnen bedrijfsmatige structuren als maatschappen, bv’s of coöperaties. Daarbij is er vaak ook sprake van organisatorische samenwerking. Voorbeelden daarvan zijn een gezamenlijke inkoop, het gezamenlijk in dienst nemen van ondersteunende medewerkers (praktijkassistenten, -verpleegkundigen en -ondersteuners, administratief medewerkers, managementondersteuning) en een gezamenlijk personeelsbeleid.
In dit hoofdstuk wordt vooral ingegaan op de inhoudelijke samenwerking tussen huisartsen onderling in verschillende situaties.
Een goede samenwerking begint met een attitude die daarop gericht is en het zien van de gezamenlijke belangen. Er moet geïnvesteerd worden in een open samenwerkingscultuur. Een gezamenlijke visie en koers, met daaruit voortkomende doelen, vormt een eerste vereiste, rekening houdend met de behoeften van patiënten en met maatschappelijke ontwikkelingen.
Daarnaast is er behoefte aan vaardigheden als efficiënt vergaderen en adequaat feedback geven. Verder is het essentieel duidelijke afspraken te maken over bijvoorbeeld het beleid, de taakverdeling en de communicatie met elkaar en anderen, en het vastleggen en regelmatig actualiseren daarvan.
Effectief en efficiënt samenwerken is afhankelijk van: het stellen van doelen, het verdelen van taken en rollen, goede onderlinge verhoudingen, het maken van werkafspraken, een effectieve menings- en besluitvorming en individuele motivatie. Individuele teamleden moeten ieder hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor de samenwerking.