In het beroepscompetentieprofiel tandartsassistent uit 2013 worden alle werkvelden benoemd en de kwaliteiten en competenties waarover een vakvolwassen tandartsassistent dient te beschikken. Kernpunten zijn: vakinhoudelijk handelen, communiceren, samenwerken, gezondheidsbevorderend handelen, organiseren, leren en ontwikkelen en professioneel handelen. Naast de primaire taak van het ondersteunen van de behandelaar is er ruimte voor zelfstandig handelen als (preventie)assistent. Preventieassistenten nemen in toenemende mate preventieve verrichtingen voor hun rekening. De nieuwste behandelinzichten onder de noemer ‘less cure, more care’ laten zien dat er in de toekomst een groeiende behoefte aan preventie zal zijn. Vanwege de noodzakelijke kostenbeheersing zet ook de overheid onder het motto ‘van ziekte en zorg naar gezond gedrag’ in op preventie. Op basis van deze ontwikkelingen heeft de preventieassistent een belangrijke en nu al onmisbare plaats in de mondzorg ingenomen. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven bij de zelfstandige gezondheidsbevorderende werkzaamheden van deze zorgprofessional.