Aan de opbouw van medische kennis hebben zowel culturele, politieke, economische, religieuze, filosofische als wetenschappelijke elementen bijgedragen. Vooral in de westerse wereld wordt de arts tegenwoordig meer en meer geacht wetenschappelijk te handelen, dat wil zeggen dat zijn handelingen gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis. Traditioneel komt een groot deel van deze kennis uit de medisch-biologische deelwetenschappen zoals anatomie, celbiologie, genetica, fysiologie en biochemie. Dit heeft ertoe geleid dat artsen hoofdzakelijk handelen op basis van deterministisch, causaal, pathofysiologisch redeneren, uiteraard in combinatie met eigen ervaringen en die van de opleider.