Veel Nederlandse spreekwoorden zijn ontleend aan de Bijbel. De wijze Salomo, wiens woorden in het boek Prediker zijn geboekstaafd, vraagt zich af welk voordeel de mens van al zijn zwoegen heeft. Hij komt tot een opgewekte conclusie, die in de nieuwe bijbelvertaling als volgt is verwoord: Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. De oude vertaling was iets meer ingetogen en zei dat er niets beters voor de mens is dan zich te verblijden en goed te doen in zijn leven. Hierdoor geïnspireerd rijmde Vader Cats in de 17e eeuw: Ick heb niet beters oyt gelesen, als wel te doen en vrolyk wesen. Hier begint een spreekwoord vorm te krijgen.