Dentineafwijkingen, zoals dentinogenesis imperfecta, dentinedysplasie en regionale odontodysplasie, kunnen door infectie prematuur tandverlies veroorzaken. Voor de patiënt zal vooral de esthetiek een rol spelen, want de typisch amberkleurige elementen zijn niet bepaald aantrekkelijk te noemen. Dentinogenesis imperfecta type 1 is gelinkt aan osteogenesis imperfecta, terwijl type 2 en 3 autonome typen zijn die niet gelinkt zijn aan de twee genen (COL1A1 en COL1A2) die voor collageenvorming verantwoordelijk zijn. Dentinogenesis imperfecta type 2, 3 en dentinedysplasie type 1 en 2 zijn daarentegen gelinkt aan een allel op chromosoom 4q22.1. Klinische en radiografische aanwijzingen zijn typisch voor deze dentineafwijkingen, die niet altijd zo eenvoudig van elkaar te onderscheiden zijn. De behandeling ervan zal in eerste instantie gericht moeten zijn op pijnbestrijding en/of infectiebestrijding en in tweede instantie op esthetiek en occlusieherstel.