DeWGBObepaalt de rechten en plichten van patiënt en hulpverlener. Hiermee biedt deWGBOeen kader met (spel)regels waaraan patiënt en hulpverlener zich moeten houden. Binnen dit kader geldt: samenwerken als het kan en onderhandelen wanneer samenwerken (nog) niet mogelijk is. Dit devies vraagt om een attitudeverandering van de hulpverlener en bevordert het zelfhelend vermogen van de patiënt. Als een van de consequenties van deWGBO in samenhang met andere recente wetten op het terrein van het patiëntenrecht, wordt gepleit voor een herbezinning op de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg, met meer mogelijkheden voor zelfstandige vestiging voor alle beroepsgroepen.