De adolescentie is de periode waarin de jongere de stap zet van het gezin naar de buitenwereld. Daarmee wordt het gezin niet verlaten, maar krijgt het een andere betekenis. In de buitenwereld zijn leeftijdgenoten van belang. De leeftijdgenoten in het gezin - de broers en zussen - vervullen een brugfunctie tussen beide werelden. In dit artikel sta ik stil bij de biologische, psychologische en sociale aspecten van de transitie die adolescentie inhoudt. Daarbij besteed ik speciale aandacht aan vier thema’s: ouderlijke controle, ouderlijke psychopathologie, de vorming van identiteit en agressie als nuttige emotie, respectievelijk probleemgedrag. Ten slotte worden praktische implicaties besproken.