De sociale geschiedenis van de verloskunde bestrijkt meer dan de beroepsgroep van verloskundigen en verloskunde artsen door de eeuwen heen, de hulp bij de bevalling en de verzorging van kraamvrouwen. Dit artikel richt zich op de prenatale zorg in de Nederlandse medische literatuur tot de zestiger jaren van de twintigste eeuw. De hippocratische adviezen van Van Beverwijck, de popularisering van medische kennis door Tissot, het beroep van Johan-Peter Frank op de verantwoordelijkheid van de Staat en de invloed van de hygiënistische beweging op de zorg voor zwangere vrouwen, gaan vooraf aan de ontwikkeling tijdens Interbellum, waarin de prenatale zorg integraal onderdeel werd van de preventieve geneeskunde en gezondheidszorg. De verloskundigen Klaas de Snoo en Balthazar S. ten Berge waren de pioniers van deze ontwikkeling, die in de naoorlogse periode resulteerde in twee belangrijke nationale congressen over prenatale zorg (1947, 1958) en een groot internationaal congres over prenatale geneeskunde (1959).