Het leven van een kind met een dwangstoornis is meestal niet makkelijk. De dagen worden beheerst door de dwangrituelen, de akelige gedachten en de angsten. Veel kinderen voelen zich hierdoor ongelukkig of depressief. Zij hebben een lage dunk van zichzelf en kunnen zich niet voorstellen dat het leven ooit weer beter zal worden. In de meeste gevallen weten zij dat hun dwangrituelen en dwanggedachten vreemd zijn en met de werkelijkheid niet veel te maken hebben. Dat helpt hen niet, integendeel. Het maakt dat ze denken dat ze gek zijn geworden. Zij schamen zich voor hun dwangrituelen, gedachten en angsten, en durven er niet over te praten. Vaak in eerste instantie zelfs niet met hun ouders.