Hoe geavanceerd de camera ook is, met mondfotografie zijn de beste resultaten te bereiken door manueel te werken. Dit hoofdstuk zal dat duidelijk maken. Omdat de instelling van de verschillende merken camera’s verschilt, is het lastig om algemene richtlijnen te geven. Als de richtlijnen niet opgaan voor de gebruikte camera, kan het beste het instructieboekje worden geraadpleegd. De plaats van het instellingsknopje, de draaischijf of de knoppencombinatie voor de instelling moet daarin gevonden kunnen worden. Door de manueel knop (M) te kiezen is het mogelijk de camera naar eigen inzicht in te stellen (afbeelding 3.1). Menu’s die eerder niet toegankelijk waren, zijn dan wel te selecteren. In eerste instantie lijkt daardoor alles nog ingewikkelder te worden. Het mooie is echter dat als een camera eenmaal goed is ingesteld, alleen nog maar het diafragma (f) hoeft te worden aangepast voor portretfoto’s of mondfotografie.