Een waarnemend tandarts heeft een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd en vervolgens een kroon geplaatst. Deze raakte al na korte tijd los. Door de slechte staat van het resterende tandweefsel was het niet mogelijk om een nieuwe kroon te plaatsen. Wat van de tand over was, moest worden geëxtraheerd. De klager wil het overgrote deel van het door hem betaalde notabedrag gerestitueerd krijgen. De Regionale Beoordelingsraad in Zwolle beoordeelt de klacht als gegrond en veroordeelt de waarnemend tandarts tot betaling van € 593,07 aan de klager als herstel van gedaan onrecht en tot een bijdrage in de proceskosten van € 550,-. Hierop ging de waarnemend tandarts in beroep.