Orale anticonceptiva zijn vrijwel allemaal combinatiepreparaten van een oestrogene en een progestagene stof.
Orale anticonceptiva werken doordat ze de eisprong verhinderen, de bevruchting bemoeilijken en de innesteling van een eventueel bevruchte eicel tegengaan.
De betrouwbaarheid van de pil neemt af door onregelmatig gebruik, braken en gebruik van bepaalde geneesmiddelen.
Bij vergeten van de pil is het belangrijk te weten hoe lang achtereen geen pil is ingenomen en hoeveel dagen de voorafgaande pillen zijn ingenomen.
Voor de bepaling van de betrouwbaarheid van de pil is de zevendagen-regel van toepassing.
Bij een onbeschermde geslachtsgemeenschap kan desgewenst de morning-after-pil gebruikt worden.
Het spiraaltje of IUD wordt gebruikt als lokale anticonceptie.
De overgang begint rond het veertigste jaar met menstruatiestoornissen, in een latere fase komen daar klachten als ‘opvliegers’ bij.
Overgangsklachten kunnen worden behandeld met oestrogenen, meestal in combinatie met progestagenen.
Met oestrogenen worden niet alleen direct merkbare overgangsklachten behandeld, maar ook de gevolgen van oestrogeentekort op de lange termijn, zoals botontkalking.
De belangrijkste maatregelen om osteoporose te voorkomen zijn inname van voldoende calcium en vitamine D (vooral op jonge leeftijd) en veel lichaamsbeweging.